Areaal
De recente verspreiding van Nehalennia speciosa is bijna uitsluitend beperkt tot Noordoost-Europa (het vroegere Oost-Duitsland, Polen, Wit-Rusland, de Baltische staten, het uiterste zuiden van Finland en Europees Rusland), maar de soort is er overal zeldzaam. In West- en Midden-Europa is de Dwergjuffer zeer zeldzaam en slechts bekend van enkele vindplaatsen in Tsjechië, Slovakije, het zuiden van Duitsland, Oostenrijk en Noord-Italië. In verschillende landen is de Dwergjuffer uitgestorven: Nederland, Frankrijk, Luxemburg en Zwitserland. Buiten Europa strekt het verspreidingsgebied van de Dwergjuffer zich oostwaarts uit over Siberië tot Japan.
Waarnemingen
mannetje
@Geert De Knijf
Verspreiding in België (2006)
De Dwergjuffer werd in België gedurende de jaren '90 niet meer waargenomen en wordt er als uitgestorven beschouwd.
Evolutie van de verspreiding
De Dwergjuffer werd in de 19de eeuw zeer lokaal waargenomen in de Limburgse Kempen (Genk, Kuringen, Maaseik, Stokrooie, Zolder). Volgens Selys en Bamps & Claes vloog de Dwergjuffer er in 'vrij groot aantal'. Na 1900 werd de Dwergjuffer niet meer waargenomen in Limburg. De enige waarneming uit de Antwerpse Kempen dateert van 1960, toen één exemplaar gevangen werd in de omgeving van Turnhout. De waarneming van de Dwergjuffer uit 1982 van de Kalmthoutse heide werd door de waarnemer teruggetrokken. In Wallonië werd ze nooit waargenomen. Sinds 1960 werd de Dwergjuffer niet meer gezien en kan dus in België als uitgestorven beschouwd worden.
Habitat
In België is de habitat van de Dwergjuffer niet goed gekend. Deze zeer kleine waterjuffer plant zich voort in stilstaande, ondiepe en niet te zure, matig voedselarme wateren. Ze prefereert in het bijzonder de verlandingszone van veenplassen, bestaande uit kleine zeggen als Draadzegge (Carex lasiocarpa) en Slijkzegge (Carex limosa) en vaak ook met Veenmostapijten (Sphagnum) en Holpijp (Equisetum fluviatile). Vliegend tussen de opstaande vegetatie wordt de Dwergjuffer gemakkelijk over het hoofd gezien.
Fenologie
De Dwergjuffer werd in België gezien in de maanden juni en juli. Uiterste data in België waren 5 juni en 10 juli. De vliegtijd in Europa gaat van eind mei tot eind augustus.
Literatuur
Bamps & Claes (1893), Cammaerts (1967).