Areaal
Epitheca bimaculata komt hoofdzakelijk voor in het oostelijk deel van Midden-Europa, van het oosten van Duitsland en het zuiden van Scandinavië tot Rusland. In West- en Midden-Europa komt de Tweevlek verspreid voor van Midden-Frankrijk tot Noord-Italië en Slovenië. Uit Nederland is er slechts één waarneming bekend uit de 19de eeuw. Buiten Europa strekt het verspreidingsgebied zich uit doorheen Siberië tot Japan waar verschillende andere ondersoorten te vinden zijn.
Waarnemingen
vrouwtje
@Nicolas Titeux
Verspreiding in België (2006)
Uiterst zeldzaam. Gedurende het laatste decennium werd de Tweevlek slechts in twee lokaliteiten waargenomen. Het betreft de vijvers van Virelles en Roly, beide in l'Entre Sambre et Meuse, waar adulte exemplaren regelmatig in klein aantal worden gezien. Deze onopvallende en moeilijk te vangen soort kan gemakkelijk over het oog gezien worden. Hierdoor is het niet onmogelijk dat ze ook elders voorkomt, in het bijzonder in de Ardennen. Meerdere, grotere populaties zijn gekend uit de Franse departementen Ardennes en Nord. De aanwezigheid van deze populaties kon hier vooral aangetoond worden door gericht te zoeken naar larvenhuidjes.
Evolutie van de verspreiding
Oude waarnemingen van E. bimaculata zijn op één hand te tellen. Zo werd de soort in 1841 aangetroffen aan de vijvers van het Rood Klooster (Oudergem, Brussels Gewest). In mei 1842 verzamelde Selys hier zelfs een vijftiental exemplaren. De soort werd echter ondanks gericht zoekwerk de jaren erna niet meer teruggezien. Enkele jaren later ving Selys een wijfje te Longchamps-sur-Geer. In 1914 en 1919 werd de Tweevlek waargenomen in de Scheldevallei te Overmere (Oost-Vlaanderen). Uit deze lokaliteit werd trouwens de larve beschreven. In 1980 werd 1 exemplaar gevangen te Brecht (Antwerpen). Aan de hand van deze schaarse gegevens is de vroegere status van de soort moeilijk te bepalen. Wel lijkt het erop dat ze, minstens tijdelijk, voorkwam op plaatsen waar ze niet meer waargenomen werd en dat ze misschien ook wel talrijker was dan de weinige waarnemingen in het verleden laten uitschijnen. Het laatste decennium werd een toename vastgesteld in grote delen van Duitsland en in Frankrijk.
Habitat
De twee plaatsen waar de Tweevlek momenteel voorkomt in l'Entre Sambre et Meuse zijn grote vijvers in een bosrijk landschap, die gekenmerkt worden door een goed ontwikkelde oevervegetatie met soorten als Riet (Phragmites australis), Grote lisdodde (Typha latifolia) en zeggen (Carex). De voortplantingsbiotoop van Epitheca bimaculata in West- Europa bestaat meestal uit zonbeschenen grote plassen als bosvijvers, oude rivierarmen, meren, oude groeven met een goed ontwikkelde oever- en waterplantenvegetatie en gelegen in een bosrijke omgeving.
Fenologie
De Tweevlek is een vroege soort die vliegt van de tweede decade van mei tot de eerste decade van juli (uitzonderlijk tot begin augustus), met een piek begin juni. Uiterste data zijn 16 mei en 6 augustus.
Literatuur
Rousseau (1919 a & b), Martens (1982b), Coppa (1987, 1991), Goffart (1989b).