Areaal
Sympetrum pedemontanum vindt men vooral in Centraal- en Oost-Europa, van Noord-Duitsland tot Noord-Italië en van België tot voorbij de Oeral. In Noordwest-Europa is haar areaal niet aaneensluitend. De soort komt buiten Europa voor in geheel gematigd Azië, inclusief het zuidelijk deel van Siberië, tot aan de Stille Oceaan.
Waarnemingen
mannetje
@Tim Raats
Verspreiding in België (2006)
Zeldzaam. In Vlaanderen zijn de populaties vooral beperkt tot enkele tientallen vindplaatsen in de oostelijke Antwerpse Kempen en West-Limburg: met als kerngebied de gemeenten Dessel, Retie, Mol- Postel, Balen, Lommel en Neerpelt. Kleinere populaties, vaak tijdelijk, komen ook voor in Geel (de Zegge, Neerhelst), Herselt (Langdonken), Zandhoven (Viersels gebroekt), Koersel (Zwarte beek), Zemst (Bos van Aa), Berg (Torfbroek) en de Dijlevallei ten zuiden van Leuven. In beide laatste lokaliteiten werd ook ei-afzet waargenomen. Zwervers werden gezien in Oostkamp (Leiemeersen) en Zutendaal (opgespoten terrein), en in 2002 te Diest (Vallei van de Drie Beken) en in de Wellemeersen en Pollare, beiden in de Dendervallei gelegen. In Wallonië werd recent de eerste Bandheidelibel waargenomen in Rièzes (Ardennen) in 1994. Er zijn momenteel 7 verschillende vindplaatsen verspreid over het gewest (niet in de Lorraine), nl. Rièzes, Jamioulx, Amay, Welkenraedt, Focant, Henripont, Nijvel en Ciergnon, met voortplanting in Rièzes en waarschijnlijk in Jamioulx (nabij Charleroi). De meeste waarnemingen gebeurden in 1997 (kleine invasie?) maar enkel in Jamioulx wordt de soort al meerdere jaren na elkaar waargenomen.
Evolutie van de verspreiding
S. pedemontanum kwam vroeger voor in slechts een klein aantal gebieden, wat nu nog steeds het geval is. Waarschijnlijk verspreidde de soort zich in de Kempen vanuit een kerngebied nabij Mol-Postel. In Wallonië werd ze vroeger gemeld van een klein aantal plaatsen; recent zijn er echter wel meer waarnemingen. Selys citeert de Bandheidelibel als “zeer zeldzaam en lokaal”.
tandem
@Tim Raats
Habitat
De Bandheidelibel komt zowel voor aan langzaam stromende beken, slootjes en afwateringskanalen, tot 3 m breed en 30 cm diep, als aan kleine waterplassen en tijdelijk droogvallende vijvers. De habitat wordt gekenmerkt door een goed ontwikkelde oevervegetatie die geen schaduw geeft op het water en ondiep water dat snel kan opwarmen. De meeste van die kleine waterlopen worden gekenmerkt door het feit dat er kalkrijk kanaalwater, afkomstig van de Maas, wordt ingelaten. De Bandheidelibel bezit goede kolonisatiecapaciteiten. Zwervers kunnen o.a. voorkomen aan kleiputten en zandplassen.
Fenologie
De vliegperiode van de Bandheidelibel gaat van de eerste decade van juli tot en met de laatste decade van september, met een piek in augustus. Uiterste data zijn 28 juni en 2 oktober.
Literatuur
Michiels (1987), Michiels & Dhondt (1987), Wasscher (1997), Achterkamp (1999), Soors (2000).