Areaal
Orthetrum brunneum is wijdverspreid in het zuidelijk deel van Europa, van het Iberisch Schiereiland en Frankrijk tot de Balkan en Roemenië. De Zuidelijke oeverlibel komt in West- en Midden- Europa (van Nederland tot Polen) meer lokaal of zeldzaam voor. Buiten Europa is de Zuidelijke oeverlibel te vinden van Noord-Afrika over het Midden-Oosten en Centraal Azië tot India, Mongolië en China.
Waarnemingen
copula
@Tim Raats
Verspreiding in België (2006)
Zeer zeldzaam. België ligt aan de noordrand van het verspreidingsgebied. Populaties van de Zuidelijke oeverlibel worden vooral aangetroffen in de warmste regio’s van België zoals onder andere de Lorraine (Orval, Vance, Ethe), de Fagne-Famenne (Roly, Focant, Wanlin, Wellin, Ny) maar ook in het Land van Herve (Plombières) en de Limburgse Kempen (Mechelse heide en Kikbeek te Maasmechelen, terril van Eisden, Eigenbilzen, Vallei van de Zwarte beek te Hechtel). In Brabant en in de Ardennen werd de soort slechts sporadisch waargenomen (individuen). In 2004 werd de Zuidelijke oeverlibel op verschillende nieuwe plaatsen in Vlaams-Brabant (Tienen, Hamme-Mille) en de Antwerpse Kempen (Rijkevorsel) waargenomen.
Evolutie van de verspreiding
De vroegere status van O. brunneum is moeilijk te bepalen. Selys citeert de soort als "lokaal vrij algemeen aan vijvers en bossen, accidenteel in Haspengouw". Nochtans zijn er geen exemplaren aanwezig in de oude collecties en slechts twee meldingen gekend, één van 1866 uit het Brusselse Gewest (Laken) en één van 1886 uit de Limburgse Kempen (Genk), een mannetje en een wijfje gevangen door Bamps & Claes. In de twintigste eeuw werd de soort pas in 1975 opnieuw gesignaleerd, in de Lorraine (vallei van de Rabais te Ethe). Vanaf 1984 werden de waarnemingen frequenter vooral in de Lorraine en de Fagne-Famenne. Na meer dan 100 jaar werd de Zuidelijke oeverlibel in 1994 opnieuw in Vlaanderen gevonden. En sindsdien zijn er bijna jaarlijks één tot meerdere waarnemingen. De beschikbare gegevens suggereren een toename gedurende de laatste twee decennia, eerst in Wallonië en vervolgens ook in Vlaanderen.
mannetje
@Frank Cornelis
Habitat
O. brunneum komt voor aan zonnige, licht stromende en stilstaande wateren op lemige of kalksubstraten, steeds met een vrij open en lage oevervegetatie. In de Lorraine werd ze waargenomen op kalktuf beekjes en uitsijpelingen in een laagveen. In de Famenne en het Land van Herve koloniseert ze drainagegeulen met permanente stroming en lemige plassen ter hoogte van kwelzones. De biotoop is vaak van antropogene oorsprong (groeven, terrils,…) en bevindt zich in een pionierstadium.
Fenologie
De Zuidelijke oeverlibel vliegt van begin juni tot eind augustus, maar vooral in juli. Uiterste data zijn 4 juni en 31 augustus (in 2004).
Literatuur
Bamps & Claes (1893), Verstraeten (1996), Van de Meutter (2004).