Areaal
Het areaal van Sympetrum meridionale strekt zich uit van het Middellandse-Zeegebied en de Balkan over het Midden-Oosten oostwaarts tot Mongolië. In het Middellandse-Zeegebied kan de soort lokaal soms zeer algemeen zijn. In West- en Noord-Europa is ze vooral als zwerver bekend uit onder meer Nederland en Noord-Duitsland. De meest nabij gelegen populaties bevinden zich in Midden-Frankrijk (o.a. La Brenne), maar uitzonderlijk kan ze zich ook noordelijker voortplanten.
Waarnemingen
gedeeltelijk uitgekleurd mannetje
@Marian Kiefer
Verspreiding in België (2006)
Uiterst zeldzaam. Een mediterrane dwaalgast waarvan uit België slechts enkele waarnemingen bekend zijn. Zo werd S. meridionale in 2000 op 3 verschillende lokaties waargenomen. Tweemaal betrof het een onvolwassen mannetje (Rekem en Zelzate) en een derde waarneming had betrekking op een pas uitgeslopen wijfje (Harchies-Hensies). In 2001 werd ze in die gebieden niet meer gezien maar wel gevangen op een nieuwe lokatie in het noorden van Oost-Vlaanderen (Stekene). Gezien de waarnemingen van verschillende onvolwassen dieren is het mogelijk dat ze zich op één of meerdere plaatsen heeft voortgeplant. In 2003 zijn er waarnemingen bekend van Begijnendijk, Mol en van Kallo op de Antwerpse Linkeroever. Op deze laatste lokatie werden toen begin juli verschillende pas uitgeslopen exemplaren waargenomen.
Evolutie van de verspreiding
Bijna alle waarnemingen van vóór 1950 zijn afkomstig uit de 19de eeuw. Selys noemt ze “lokaal en heel plaatselijk vrij talrijk” zoals te Longchamps-sur-Geer (Haspengouw) en dit tussen 5 augustus en 15 september. De gegevens zijn beperkt tot slechts enkele gebieden en nooit van opeenvolgende jaren zodat het niet duidelijk is of de soort zich vroeger in België heeft voortgeplant. Ook de hoge aantallen in de nazomer duiden eerder op een invasie. Sommige van die plaatsen zijn en waren zeker niet geschikt als voortplantingsbiotoop, bv. de Hoge Venen, waar ze in 1906 werd waargenomen. De jaren 2000 en 2003 waren heel opmerkelijk omdat S. meridionale toen telkens op 3 verschillende plaatsen werd gevonden en het op enkele plaatsen om pas uitgeslopen exemplaren ging (Harchies-Hensies en Kallo). Voortplanting is dus mogelijk in België maar van een duurzame populatie (>10 jaar) is er wellicht (nog) geen sprake.
vrouwtje
@Marian Kiefer
Habitat
In België bestaat de enige zekere voortplantingsbiotoop van S. meridionale uit een ondiep, vrij warm gelegen plasje op een opgespoten terrein in de Antwerpse havenzone. In Zuid-Europa bestaat de voortplantingsbiotoop zowel uit eutrofe als mesotrofe ondiepe plassen. Van belang lijkt de aanwezigheid van een goed ontwikkelde water- en oeverplantenvegetatie en van een ondiepe oeverzone waar de larven zich snel kunnen ontwikkelen. Ook warm gelegen rivierarmen, groeven en heideterreinen worden als voortplantingsbiotoop gebruikt.
Fenologie
Al de Belgische waarnemingen van de Zuidelijke heidelibel, met inbegrip van de 19de eeuw, zijn afkomstig uit de maanden juni, juli en augustus. Uiterste data zijn 20 juni tot 24 augustus. De vliegperiode in het buitenland begint eind mei en duurt in het Middellandse-Zeegebied tot half oktober. De meeste waarnemingen dateren daar uit de periode half juni tot half september.
niet uitgekleurd mannetje
@Marian Kiefer
Literatuur
Versonnen et al. (2002).