15 oktober 2018
foto: Hans Matheve
Dat veel vogels in de herfst honderden kilometers afleggen, is algemeen bekend, maar dat sommige libellen dat ook kunnen, is minder geweten. De zadellibel is zo’n soort die duizenden kilometers kan afleggen. Deze Afrikaanse libel wordt de laatste jaren wel vaker in België gemeld, maar het voorbije weekend vond een ongeziene influx plaats.
De zadellibel is een soort die zowat overal in Afrika en in Zuid-West-Azië voorkomt. Het is een soort die als geen ander gebruik maakt van tijdelijke leefgebieden: ondiepe poelen die vaak slechts een paar maand water bevatten en die gekenmerkt worden door de afwezigheid van vis of waterplanten. Als aanpassing aan het tijdelijke karakter van het voortplantingsbiotoop kan de zadellibel enorme afstanden afleggen. In Zuid-Europa duikt de soort veel regelmatiger op en kan er ook voortplanting plaats vinden. Voortplanting in West-en Centraal-Europa is heel uitzonderlijk, omdat het het water niet snel genoeg kan opwarmen voor deze zonneklopper. In tegenstelling tot bij andere libellen, is de tijd nodig om van ei naar larve te gaan en uit te sluipen bij de zadellibel zeer snel: binnen de 100 dagen is ze een volwassen libel. Terwijl de volwassen exemplaren van grote keizerlibellen en inheemse glazenmakers doorgaans 2 tot 4 weken rondvliegen, kan de levensduur van een zadellibel oplopen tot maanden. In die periode kan ze grote afstanden afleggen (ze zijn zelfs in staat om ’s nachts te trekken). De zadellibel is de enige libellensoort die ooit op IJsland en de Faroër eilanden is gemeld.
In de libellenatlas van België (gepubliceerd in 2006), wordt de zadellibel beschreven als een uiterst zeldzame soort. Er worden slechts drie zekere waarnemingen vermeld, resp. in 1874, 1958 en 1998. Sindsdien is er echter veel veranderd. In mei 2011 deed zich een grote invasie voor in Frankrijk, maar slechts een paar exemplaren wisten België te bereiken. Na een enkele waarneming in 2013 was het wachten tot de herfst van 2015. Toen werden in Zeebrugge meerdere exemplaren opgemerkt. In 2016 waren er nauwelijks meldingen maar in oktober 2017 waren er opnieuw verschillende waarnemingen langs de kust. In oktober 2018 blijkt er meer aan de hand: na een eerste melding op 6 oktober werden er op 13 oktober enkele tientallen exemplaren gemeld langs de kust, van het Zwin in Knokke tot in Blankenberge. Vooral rond de Zeebrugse Voorhaven werden verschillende exemplaren gemeld, jagend boven het helmgras in duinen en op het strand. Ook in Nederland werden de voorbije week zadellibellen gezien, met o.a. enkele exemplaren langs de kust in Zuid- en Noord-Holland en op verschillende Waddeneilanden. Dat zwervende zadellibellen de kustlijn volgen, is bekend. Dat er zich momenteel een influx voordoet, is gelinkt aan het warme herfstweer met sterke luchtstromingen uit het zuiden in deze periode van het jaar.
Kaart zadellibel oktober 2018
Dit kaartje toont waar de zadellibellen in oktober 2018 aan de kust opdoken (bron: www.waarnemingen.be).
De zadellibel dankt haar naam aan het lichtblauwe zadel aan de basis van het achterlijf bij het mannetje. Bij de vrouwtjes varieert de kleur van blauw tot geelbruin. De vleugels vertonen een bruine schijn. De grote bruinachtige ogen hebben een gele achterrand.
Heb je zelf een zadellibel gezien? Voer ze zeker in in www.waarnemingen.be. Let wel op: er vliegen momenteel nog andere (veel algemenere) libellen rond, zoals paardenbijters. Totnogtoe gebeurden de waarnemingen van zadellibel in een beperkte regio aan de Oostkust. Het blijft ook nu een buitengewoon zeldzame soort. Foto’s zijn dus zeker welkom, zodat de determinatie door libellenexperts kan worden bevestigd.
Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie) en Geert De Knijf (INBO & Libellenvereniging Vlaanderen)