Natuurpunt Werkgroep

Activiteiten

Libellen in België

Publicaties

Over ons

Tijdschrift GOMPHUS - Inhoudstafel van 20 jaargangen / 1984 - 2004

Marjan De Block & Robby Stoks— De libellenfauna van een geïsoleerde amfibieënpoel te Merchtem - Gomphus 1999 volume 15 nr 1 p 3

We rapporteren hier het voorkomen van libellen aan een nieuw aangelegde, geïsoleerde amfibieënpoel te Merchtem. De poel situeert zich in een landbouwgebied, en is eerder klein en ondiep. Het eerste jaar reeds werden er zes soorten libellen gezien aan de poel. Gedurende de eerste vier jaar na aanleg werden er in totaal 13 soorten waargenomen. In vergelijking met de aangrenzende 10x10 km hokken is dit zeker geen slecht resultaat. Opmerkelijk is de afwezigheid van een lokale populatie van Lestes sponsa en L. viridis ondanks hun voorkomen in de omliggende hokken en de geschiktheid van de habitat. Interessant is de jaarlijkse aanwezigheid van een lokale populatie van L. barbarus (eerste bewijs van succesvolle voortplanting in België) en de occasionele waarnemingen van L. dryas en Aeshna affinis. Ondanks de afwezigheid van populaties van soorten die zijn opgenomen in de Rode lijst van Vlaanderen tonen de waarnemingen het belang aan van zulke poelen voor de lokale libellenfauna.

 

Philippe Goffart — Un premier cas de reproduction effective de Sympetrum fonscolombei Sélys, 1840 en Wallonie - Gomphus 1999 volume 15 nr 1 p 12

Succesvolle voortplanting van Sympetrum fonscolombei Sélys, 1840 in Wallonië. Eind september 1998 werden in de Gaume minstens 4 mannetjes en twee vrouwtjes tenerale Sympetrum fonscolombei waargenomen. Het gaat om het eerste bewijs van succesvolle voortplanting van de soort in Wallonië. Vermoedelijk werden de eitjes gelegd door zwervers in de lente van 1998. Aangezien deze heidelibel de laatste jaren diverse malen gevonden werd en ook ei-afleg geobserveerd werd, is de huidige vondst niet geheel onverwacht.

 

Luc Meuris — Libellenmonitoring in Vlaanderen: de eerste resultaten van een proefproject op de Kalmthoutse Heide (Antwerpen) in 1998. - Gomphus 1999 volume 15 nr 1 p 18

Om de evolutie van de libellenfauna in Vlaanderen over lange termijn te volgen en te evalueren is monitoring noodzakelijk. In Vlaanderen werd nog niet opgestart met een dergelijk project, maar werd besloten om in enkele gebieden een soort proefproject te laten doorgaan, o.a. in de Kalmthoutse Heide (provincie Antwerpen). De resultaten van een eerste inventarisatiejaar worden gegeven. Zeven vennen werden regelmatig gedurende het vliegseizoen bezocht. Steeds werd eenzelfde circuit gevolgd waarbij in een strook van 3 meter langs de oever adulten en exuviae geteld.In het totaal werden 24 soorten waargenomen, waarvan 6 "Rode Lijst"-soorten: Coenagrion lunulatum, Cordulia aenea, Leucorrhinia dubia, Lestes virens, Ceriagrion tenellum en Aeshna juncea. Er wordt voorgesteld om het volgend jaar twee circuits te lopen van elk 5 vennen.

 

Tim Ternaat — Ontdekking van een populatie van Coenagrion mercuriale (Charpentier, 1840) nabij Virton - Gomphus 1999 volume 15 nr 1 p 29

Begin juni 1998 werd een kleine populatie van Coenagrion mercuriale ontdekt nabij het dorpje Villers-la-Loue in de Gaume (provincie Luxemburg). In totaal werden drie mannetjes en één wijfje gevangen, nabij een vrij snel stromend beekje met een zandige bodem. Dit betreft de tweede populatie van deze soort na 1980 voor België en de eerste recente waarneming van C. mercuriale in de Gaume.

 

O. Decocq & J. Pieron — Des larves de Cordulegaster boltoni (Insecta: Odonata) sous épicéa (Picea abies) dans le Parc naturel Viroin-Hermeton - Gomphus 1999 volume 15 nr 2 p 63

In drie kleine, snelstromende beekjes op de noordflank van de Westelijke Ardennen werden enkele larven van C. boltoni aangetroffen in kleine, door loofbos omgeven, sparrenpercelen (Picea abies). Met deze waarneming wordt het debat omtrent de larvale ontwikkeling van C. boltoni onder sparren opnieuw geopend. Mogelijk heeft de soort in het adulte stadium (eiafzetting, jacht, patrouillevluchten) meer te lijden van sparrenaanplantingen of ondervindt ze er nadeel van voor het uitsluipen. Er wordt afgesloten met enkele beheersmaatregelen ten gunste van C. boltoni in boshabitaten.

 

Floris Vanderhaeghe — Een beknopt overzicht van de huidige verspreiding en status van Coenagrion scitulum (Rambur, 1842) in België en Noord-Frankrijk - Gomphus 1999 volume 15 nr 2 p 69

In 1998 werd de Gaffelwaterjuffer (Coenagrion scitulum) voor het eerst sinds 1973 opnieuw waargenomen in België. We geven eerst een overzicht van alle recente Belgische waarnemingen en bespreken de habitat waarin C. scitulum werd aangetroffen. Nadien bespreken we de verspreiding en recente waarnemingen van de soort in Noord-Frankrijk, région Nord en Pas-de-Calais, Picardie, Champagne en Ardennen en Lorraine. In de discussie worden de gegevens geïnterpreteerd met betrekking tot België. Ook wordt een bespreking gegeven de habitattypes. Uit dit alles wordt geconcludeerd dat de soort in de toekomst wel op meerdere plaatsen België zal gaan binnendringen. Het is echter niet zo waarschijnlijk dat C. scitulum algemeen gaat worden. Verder is het ook duidelijk dat ten minste bepaalde individuen zwerfgedrag vertonen. Deze zouden blijkbaar in gelijk welk habitattype aangetroffen kunnen worden. Daarom wordt iedereen aangespoord om zoveel mogelijk gebiedsbedekkend te inventariseren; m.b.t. Coenagrion scitulum worden een aantal streken uit België naar voor geschoven.

 

Philippe Goffart — Compte-rendu des observations d'espèces prioritaires d'Odonates en Wallonie durant la saison 1998, dans le cadre du programme d'Inventaire et Surveillance de la Biodiversité (ISB) - Gomphus 2000 volume 15 nr 2 p 86

Rapport over de prioritaire libellensoorten in Wallonië gedurende het vliegseizoen 1998, in het kader van het "Biodiversity Survey and Monitoring" programma. De gevolgde soorten zijn deze die zeldzaam zijn of achteruitgaan. Verder passeren een aantal zuidelijker - naar het noorden opschuivende - soorten de revue. Nieuwe voortplantingspopulaties werden gevonden voor volgende soorten: Coenagrion mercuriale, Onychogomphus forcipatus, Aeshna subarctica, Oxygastra curtisi en Orthetrum coerulescens.

 

Sofie Geenen, Kurt Jordaens, Marjan De Block, Robby Stoks, Hans Van Gossum & Luc De Bruyn — Een nieuwe voortplantingsplaats van Sympecma fusca (Vander Linden, 1820) in Vlaanderen. - Gomphus 1999 volume 15 nr 3 p 111

Tijdens een populatiegenetische studie op Lestes viridis werd in een vijver op de domeinen van de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA, Wilrijk) een populatie van de Bruine winterjuffer (Sympecma fusca) gevonden. Aangezien het hier larven betrof, is de populatie te Wilrijk een nieuwe voortplantingsplaats voor deze soort in Vlaanderen. Recente gegevens wijzen erop dat Sympecma fusca zich in Vlaanderen misschien aan het herstellen is na een sterke achteruitgang sedert 1950. Mogelijk zijn de warme zomers van de laatste jaren de reden dat deze holomediteranne soort zich ook in Vlaanderen kan voortplanten. Deze studie toont ook aan dat moleculaire technieken een handig, bijkomend hulpmiddel zijn voor de identificatie van morfologisch sterk gelijkende soorten.

 

Geert De Knijf — Invasie van Anax parthenope (Sélys) in België in 1999. - Gomphus 1999 volume 15 nr 3 p 119

In de zomer van 1999 vond in België een invasie plaats van de Zuidelijke keizerlibel (Anax parthenope). In totaal werden niet minder dan 16 exemplaren op 8 verschillende plaatsen waargenomen. Tevens wordt een overzicht gegeven van alle Belgische waarnemingen sedert 1880. In 1999 kunnen we 2 influxen in België vaststellen. De eerste dieren bereikten België eind mei / begin juni en werden 1 à 2 dagen vroeger waargenomen in Wallonië dan in Vlaanderen. Een tweede influx deed zich voor in de eerste weken van juli. Bijna alle waarnemingen zowel uit 1999 als vroeger hebben betrekking op mannelijke dieren. Het habitat waar A. parthenope werd waargenomen, betreft steeds middelgrote tot grote plassen die thermisch zeer gunstig zijn gelegen. De meeste van deze gebieden zijn gelegen nabij de grens of op betrekkelijk korte afstand van Frankrijk. Op twee plaatsen werden zowel in 1998 als in 1999 exemplaren waargenomen. Tot op heden ontbreekt elk bewijs van voortplanting uit België.